Camping Ranocchio Piano Porlezza in Lombardije, Italië.

 



 

Een nostalgische terugblik:

 

Het is begin 60er jaren. Mijn ouders krijgen een tip van een van mijn tantes dat het nabij het plaatsje Piano Porlezza in Noord Italië heerlijk kamperen is. Het betreft een camping direct aan een meertje gelegen tussen het grote meer van Lugano en het Comomeer in de streek Lombardije. Het zou er altijd perfect weer zijn met enkel in de nacht soms een buitje. (oorverdovend gedonder, bliksem, hoosbuien en hagelstenen zo dik als pingpongballen even buiten beschouwing gelaten;-) Ik ben 16 jaar dus ga je in deze tijd nog gewoon braaf met je ouders mee op vakantie.

 

Eenmaal de walkertent opgeslagen aan het meertje bleek links achter de afrastering nog een camping te zijn. Een nieuwe camping die pas van start was gegaan. Nieuwsgierig ging ik er al snel eens kijken en ik trof er mensen aan achter de bar die mij direct zeer sympathiek overkwamen. Ze spraken geen woord ‘over de grens’ maar dat mocht de pret niet drukken. Met handen en voeten begrepen we elkaar prima en al vrij snel kwam ik alleen nog bij hen en liet de bar van onze eigen camping links liggen. Echter, iedere keer ‘dat hele stuk’ om die afrastering heenlopen om tot de andere camping te komen, dat zinde me niet zo erg. Een plotseling nieuw gat in de afrastering loste dat probleem op en dat bleek bij de familie Cremella, zoals de sympathieke mensen heetten, nogal voor enige hilariteit te zorgen.

 

Ik wilde meer van de Italiaanse taal afweten en vrij snel was ‘Tante Rosa’ bereid om mij wat woordjes te leren. Gezeten aan een van de tafels werd geoefend: dit is een tavolo, we zitten op een chiesa, we drinken uit een bicchiere en eten met coltello en forcella,  enz.
Met 16 zijn je hersens nog vers dus ik nam het allemaal goed in me op. Het een en ander zit op mijn 64ste nog altijd in het ‘lange geheugen’ maar ik ben er helaas toch ook weer veel van vergeten. Dit mede omdat ik later veel intensiever Spaans ben gaan studeren. En dan zit het Italiaans in de weg. Bij mij althans.

 

Ik wist inmiddels dat de camping gerund werd door Mama Helena en Papa Gironimo Cremella met dochter Agatha van een jaar of 14. Tevens werkten mee zia (tante) Rosa die ik al eerder noemde en bij tijd en wijle zag ik ook een jonger koppel uit de familie die ik me nog maar vaag herinneren kan. Misschien waren er nog meer mensen actief maar ook dat willen de grijze hersencellen niet meer ophoesten.

 

Een jaar later kampeerden we weer aan het meertje van Piano en het is natuurlijk logisch dat we dit keer op Camping Ranocchio gingen staan. Ik had een rubberen kano waarmee het heerlijk roeien en vissen was op het meertje. Echter, niet zelden dat plots over het meer schalde: PAOLOOOOH!!  Mama riep me dan met het verzoek om als vertaler te willen komen fungeren. Er waren n.l. weer geďnteresseerde campinggasten komen kijken naar een eventuele standplaats maar hun vragen werden nauwelijks of niet begrepen. Mama was dan doodsbenauwd dat de gasten uiteindelijk voor de andere camping zouden kiezen. Gelukkig kon ik daar dan meestal een stokje voor steken.

 

 

Op mijn 18de haalde ik het motorrijbewijs, kocht een gebruikte Vespa scooter en reed ’s zomers bepakt en bezakt met tentje en verdere spulletjes naar Piano Porlezza om daar twee maanden lang op Camping Ranocchio te verblijven. Men bood mij vrije kost en een kampeerplek aan en ik fungeerde als hulp in allerlei voorkomende zaken ten behoeve van de klandizie.

 

Op de rechter camping waren de standplaatsen goed gevuld. Dit in tegenstelling tot de camping van de familie Cremella waar nieuwe kampeerders maar spaarzaam het terrein opreden. Dit vooral omdat vanuit de grote weg er slechts één zandweg naar beneden leidde naar de beide campings die zich dan halverwege splitste. Op de splitsing kon de kampeerder kiezen voor de weg naar rechts naar een kampeerterrein met bedrijvigheid of de weg naar links naar een terrein met weinig schaduw en veel open plekken. Logisch dat de weg naar rechts aantrekkelijker leek. Verschillende nieuwe gasten hadden trouwens nauwelijks of niet in de gaten dat het hier om twee verschillende campings ging.

 

Ik vond dit ronduit sneu voor de Cremellas dus op een gegeven moment vatte ik het snode plan op om op de splitsing te gaan staan en de nieuwe gasten naar Camping Ranocchio te loodsen:
”U wilt hier kamperen? OK. Rechts rijdt U naar een gevestigde drukke camping. Links rijdt u naar een nieuwe camping waar nog veel ruimte is en waar u wordt bediend door enorm vriendelijke mensen. Mensen die mijn hart inmiddels gestolen hebben.”

 

Wat ik nog allemaal verteld heb, kan ik me niet meer herinneren maar het moge logisch zijn dat ik familie Cremella de hemel in prees. In veel gevallen was de reactie: “Oh, bedankt voor de tip, dan gaan we natuurlijk op de nieuwe camping staan.”

Mijn beloning was dan een stralende mama Helena en tante Rosa en daarna werd de fles huiswijn opengetrokken om de overwinning te vieren. Nu was weliswaar op 18 jarige leeftijd wijn nog niet mijn favoriete drank maar tante Rosa en mama leerden me het wel drinken.

 

Dat deze klantenwerving niet ongemerkt voorbij ging aan de concurrentie werd mij pijnlijk duidelijk toen op de splitsing plotseling een jonge dame op me afstormde en luidkeels in het Italiaans tegen me begon te schreeuwen. Je hoeft geen talenknobbel te hebben om te begrijpen wat ze bedoelde. Ze zette haar betoog kracht bij door me een flinke klap in mijn gezicht te geven en liep daarna weg.

Verbouwereerd heb ik het voorval verteld aan ‘mama’ en ‘papa’ en niet lang daarna zaten we met een aantal hevig discussiërende mensen, o.a. de dame met de losse handjes, vertegenwoordigers van ‘de andere camping’ en de familie Cremella op het politiebureau. Papa en mama Cremella waren furieus. We zijn in Italië, dus niet moeilijk te raden dat het er zeer luidruchtig aan toeging. Ik verstond echter nog te weinig Italiaans om het allemaal te begrijpen. Ik denk dat de tegenpartij een flinke waarschuwing heeft gekregen vanwege de handtastelijkheid maar ik werd uiteindelijk door de politie toch verzocht niet meer op de splitsing te gaan staan om klanten te werven. Ach, het was ook minder nodig want ook op camping Ranocchio begon het toch al aardig bezet te raken.J

 

 

Toen men hoorde dat ik muziekstudent was en de klarinet bespeelde, werd ik direct uitgenodigd om papa Domenico in de bergen op te zoeken. Hij was, meen ik me te herinneren de vader van het jongere stel wat zich van tijd tot tijd op de camping liet zien. Papa Domenico was amateurmuzikant en speelde klarinet in de ‘banda municipal’ van het plaatsje Tremezzo. Dus het plaatselijke harmonieorkest. Men bracht mij met hem in contact en ik beloofde een volgende keer mijn eigen klarinet mee te nemen zodat we samen zouden kunnen spelen. Ik was in die tijd muziekstudent op het conservatorium en mijn hoofdinstrument was klarinet.

Het woord ‘conservatorium’ is voor menige amateurmuzikant een toverwoord dus hij keek al tegen me op voordat ik één noot gespeeld had.
 


 

Het jaar erna zat ik met mijn eigen klarinet in zijn studeerkamer en hij sloeg een van de boeken open waaruit hij studeerde. Een conservatoriumstudent die vlak voor zijn examen staat, heeft de vingertjes natuurlijk redelijk los gespeeld. Papa Domenico was laaiend enthousiast en hij stond erop dat ik mee zou spelen op een van de wekelijkse repetities van het harmonieorkest. Ik stemde toe en een aantal dagen later gingen we samen naar de wekelijkse repetitie in een klein repetitielokaal in de buurt.

 

Ook hier deed het woord ‘conservatorium’ wonderen want ik mocht plaats nemen naast de ‘eerste soloklarinettist’. Dat is te vergelijken met de concertmeester in een symfonieorkest. Dat de dirigent in het orkest zeer veel respect genoot, was goed te merken. Papa die van mij enige dagen geleden een dikke sigaar had gekregen, legde deze onderdanig voor het begin van de repetitie op de lessenaar van de maestro. Brachten we vroeger op deze manier niet een appel voor de juffrouw mee? J

Ik kreeg een muziekklapper voor me met hoofdzakelijk typisch Italiaanse marsen en verschillende door de maestro gemaakte arrangementen van bekende klassieke werken. Het was allemaal niet al te moeilijk en ik kon het direct ‘a vu’ meespelen. A vu = voor de eerste keer zien en spelen.

 

Na deze repetitie werd me een uniform en pet aangemeten want alleen maar komen repeteren was er natuurlijk niet bij. Ik moest ’s zondags meedoen met de uitvoering op de kiosk in Menaggio, het bekende toeristisch plaatsje aan de kop van het Comomeer. Mijn armen staken veel te ver uit de mouwen en maat 60 in de pet daar hadden ze nog nooit van gehoord. Maar goed, dat mocht de pret allemaal niet drukken. Ik hield ’s zondags tijdens de mars naar de kiosk de pet maar onder mijn arm. Na de openingsmars op de kiosk gaan de petten sowieso af dus ik viel maar tijdelijk uit de boot. 

 

 



 

 

Bovenstaande drie foto’s zijn dus uit 1968. Op de laatste foto staan van links naar rechts Agatha (jammer dat de fles deels haar gezicht bedekt) mijn kersverse echtgenote en rechts mama Helena.

 

De belevenissen op Camping Ranocchio zijn prettige herinneringen geworden die me altijd zijn bijgebleven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we er nog eens graag naar terugwilden. Daartoe besloten mijn vrouw en ik in 1976 samen met vrienden. Ik herinner me nog goed dat we met onze pas gekochte caravan de bekende zandweg afreden en ‘mama’ in eerste instantie op ons toe kwam om ons als nieuwe gasten te verwelkomen. Uit de auto stappend herkende ze me direct. Ze werd overmand door emoties, omhelsde me als de verloren zoon en schreeuwde uit: PAOLOOOH!! Kijk, zo’n begroeting daar wil je wel een stukje voor rijden.

 

De camping was behoorlijk veranderd. Klantjes lokken was niet meer nodig want het bleek er goed bezet te zijn. Het campinggebouw was totaal veranderd en mama zat zowaar achter de kassa van een campingsupermarktje. Ze sprak inmiddels een mengelmoes van gebroken Duits en Nederlands en dochter Agatha sprak zelfs al behoorlijk goed Nederlands. Dat het spreken van deze taal met zoveel Nederlanders op de camping een belangrijke klantenbinding kan zijn had de familie Cremella goed begrepen en dat blijkt nog steeds.

 

Even naar het supermarktje wat inkopen doen. Mama aan de kassa rekent met ons af en kijkt alsof ze zich schuldig voelt geld te vragen voor de producten. We betalen met grote lappen lires maar mama heeft te weinig kleingeld om terug te geven. Geen nood: mama scheurt een stukje papier uit een blocnote en schrijft er de hoogte van het wisselgeld op. Dit betaalmiddel mogen we bij een volgend bezoek weer gebruiken. Kostelijk! In 35 jaar vergeet je veel maar dit vergeet je dus niet meer.

 

Na onze caravanvakantie op Ranocchio zijn onze vakantiebestemmingen veranderd. Je wilt meer van de wereld zien. Uiteindelijk hebben we in de loop der 80er jaren de caravan zelfs verkocht en gingen op andere manieren onze vakanties invullen. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Dus onlangs, steeds meer geďnteresseerd in het verleden hebben we weer een caravan aangeschaft. En waar gaan we dan de eerste keer naartoe? Naar Camping Ranocchio in Piano Porlezza. Misschien zien we Agatha nog eens terug en wie weet ook papa en mama. Pure nostalgie.

 

Al googelend op Internet lazen we over de camping en de reacties van gasten. Zo kwamen we er bijv. achter dat Agatha en haar man Antonio tegenwoordig de camping runnen met behulp van o.a. hun twee kinderen en diens echtgenoten. Papa, 93 jaar oud leefde ook nog maar mama Helena was helaas in oktober 2008 op 83 jarige leeftijd overleden aan kanker. Dat was zeer spijtig want we hadden haar graag nog een keer willen ontmoeten. Ik had al gehoopt op een weerzien in de trant van PAOLOOOH !!! maar helaas, dat zat er niet meer in.

 

Eenmaal het terrein oprijdend hadden we Agatha snel geschoten. Haar slanke postuur, haar zwarte haren, het was nog allemaal precies als 35 jaar geleden. Nou ja, niet helemaal meer. Maar mag het even na 35 jaar? Wat zag ze er eigenlijk nog goed uit voor iemand van 61. Ze herkende mijn vrouw niet meer. Eigenlijk wel logisch. Maar tijdens het drukken van mijn hand zei ze direct: Paul???  Ik had liever Paolo gehoord maar de echte herinneringen kwamen ook bij haar pas de volgende dagen ruimschoots naar boven.

 

 

Nadat we ons geďnstalleerd hadden ben ik met haar gaan bijpraten en ze schetste de huidige gezinssituatie. Getrouwd met Antonio, 2 dochters, beiden getrouwd en een kind, mama die vorig jaar oktober op 83 jarige leeftijd vrij plots gestorven was en papa van 93 die net terug was uit het ziekenhuis en in zijn eigen huisje alla aanleunwoning vlak bij het campingzwembad in bed lag. “Je kunt hem aan het raam zien en spreken” zegt Agatha. Een minuut later praat ik met papa die in bed half rechtop zit. Hij is vrolijk, prima aanspreekbaar en herkent me direct. (zegt hij) Ik heb echter vaag het vermoeden dat als hulp mijn aanwezigheid ook aan hem al eerder door Agatha was doorverteld;-)

 

Ik herkende pápa moeilijk maar zonder haar en tanden is dat dan ook best lastig. Zijn hersens hadden echter niets geleden. We hebben een poos gezellig gepraat over de goede oude tijd en dat ging dan in een mengelmoes van Nederlands, Duits, Italiaans en Spaans. We begrepen elkaar prima! Jammer dat ik geen foto meer heb gemaakt van hem. Ik had sowieso veel meer foto’s moeten maken maar ja, wist ik van te voren dat een stel vaste campinggasten me gingen vragen dit alles op papier te zetten?

 

De camping was weliswaar ons hoofddoel maar we wilden natuurlijk ook weer wat van de omgeving zien. Ik stond ervan te kijken dat het plaatsje Porlezza aan het meer van Lugano zo gegroeid was. We zagen veel nieuwbouw, een grote urbanisatie voor vakantiegangers en tevens aan het meer een enorm grote camping, vooral voor stacaravans en chalets. Ook allerlei winkels en een paar grote supermarkten waren het bewijs dat het toerisme hier flink gegroeid was.


Een nieuwe redelijk brede tunnel maakte het nu mogelijk om zonder veel kleerscheuren met de caravan tot Porlezza te komen. Dat was midden 70er jaren wel even anders. Toen waren er drie smalle tunneltjes tussen Gandria en Porlezza die vaak voor opstoppingen, ongenoegen of hilariteit zorgden. Zo kwamen onze vrienden en wij achter elkaar aanrijdend op de terugweg naar huis in 1976 in een benarde situatie terecht. We reden ons vast in een tunneltje omdat van de andere kant een touringcar kwam aanrijden die te laat werd opgemerkt. Met twee caravans achter elkaar stonden we plots oog om oog met de bus in de tunnel. De bus wilde niet terug. Hij had ten slotte het grootste gedeelte van de tunnel al afgelegd. Wat nu? Terugrijden met caravan in een donkere tunnel? Toch maar niet. We stapten uit, debatteerden wat te doen en koppelden uiteindelijk toch maar de caravan af om hem terug uit de tunnel te duwen. Het ging de buschauffeur blijkbaar allemaal te langzaam want plots zag ik mijn auto achteruit rijden met de chauffeur achter het stuur. “Heeh, kijk daar. Daar gaat mijn auto!” Hilariteit alom maar ach, je bent in Italië en het levert sterke verhalen op als je weer thuis bent.

 

Onderstaand een 4tal foto’s met twee van de drie tunnels waar één bredere tunnel voor in de plaats is gekomen. Er is nog een korte smalle tunnel (niet afgebeeld) waar we ook nu nog doorheen moeten. Maar tijdig even flink op de claxon drukken en de andere kant snapt dat er gestopt moet worden. Het verliep deze keer op de terugweg dan ook prima en twee auto’s stonden me voor de andere kant van de tunnel mooi op te wachten. Een tweede bredere tunnel om ook het laatste probleem uit de wereld te helpen is trouwens al een poos in de maak. De bouw hiervan ligt momenteel stop en volgens Agatha zullen de werkzaamheden pas weer worden hervat als er geld voor is. De crisis laat zich overal gelden.

 

 

Links naast de nieuwe tunnel loopt de oude weg naar de smalle tunneltjes. De weg is doodlopend voor snelverkeer maar je kan er prima fietsen en wandelen.

 

Hier is zelfs voor personenauto’s nauwelijks ruimte om te passeren.

 

 

 

 

 

Tot slot onderstaand een plaatje van Agatha en mijn vrouw op het terras van het restaurant. We hebben er een paar keer lekker gegeten en als afsluiting koffie met eigengemaakte tiramisu genomen. Dat is beslist een aanrader.



 

 

Het was een geweldige ervaring om tientallen jaren terug te gaan in de tijd en Agatha met de huidige familie te ontmoeten. De camping, de omgeving en ook Agatha terugzien als oma en dan nog zo fris als op bovenstaande foto blijkt, dat was de 900 km meer dan waard.

 

Paul / Don (mei 2009)